index pagina

Druk op knop om terug te keren

............................'s Koningsjaght.............................

1. De laatste dagen van een eerst klas hotel
2. Waar eens paarden draven
De laatste dagen van het eerste klas hotel 's Koningsjaght

,,Vijftig jaar zit ik nu in het hotel vak, ik houd er nu mee op", vertelde de heer J.W. Scheffel mij in zijn hotel - landgoed 's Koningsjaght te Schaarsbergen.
In de grote eetzaal, in de hal en in de slaapkamers schuifelen de kijkers rond; morgen gaat de hele inboedel van het hotel onder de hamer.
Het hotel is gesloten, het landgoed met 170.000 m2 bos en weiland is verkocht aan een Stichting Pedagogisch Centrum te Den Haag.
Binnenkort zal op het landgoed een tehuis voor kinderen die verstandelijk minder begaafd zijn, worden geopend.

Heeft het eenzaam, midden in de natuur gelegen klassehotel geen toekomst meer? Directeur Scheffel zegt: ,,Ik heb geen zin nog langer tegen de bierkaai te vechten; reeds lang is het personeelgebrek een nachtmerrie.
Bovendien zijn mijn aanvragen om op mijn eigen terrein een klein aantal bungalows te bouwen, om zo tegemoet te komen aan nieuwe stromingen in het toerisme, steeds op het ,,neen van de overheid gestrand.
Men is geen baas in eigen huis meer."


Definitief

Merkwaardigewijze

Geldt deze bouwstop niet voor de nieuwe, diezelfde overheid gesubsidieerde eigenaresse: spoedig zullen naast het prachtige landhuis tien pavilioens verrijzen.

Dit vertelde mijn Opa "Jan Willem Scheffel" aan een redacteur van een krant in de jaren zestig.

Zie generatie I: Klik op knop ....................... "Jan Willem Scheffel"..........................

Jan Willem Scheffel


Zie hieronder enkele foto's van het "Landgoed Hotel 's Koningsjaght" gemaakt in de jaren zestig.





Waar eens paarden draven op landgoed S'konings jaght

Waar eens de paarden draafden Wist u dat op het grondgebied van Schaarsbergen omstreeks 1840, twee draafbanen hebben gelegen.

Eén bij de Heidepol op het terrein van 's Koonings Jaght en één op Papendal .

. In de jaren veertig van de 19e eeuw waren de Prins van Oranje (de latere Koning Willem III) en zijn twee broers,

de Prinsen Alexander en Hendrik lid van de 'Sociëteit'.
Deze Sociëteit en de daarbij aangesloten landeigenaren kregen het idee renbaanwedstrijden te organiseren en dit
onder de glans van het Koninklijk Huis.

Die zomer van 1846 had Arnhem's college van B en W het erg druk met de rennen.
Het wilde in geen enkel opzicht in gebreke blijven want men verwachtte koninklijk bezoek en er zou gegarandeerd
koninklijke deelneming met paarden zijn.
Al in februari hoorde men dat de rennen op maandag 13 juli zouden worden gehouden en men had de tijd de renbaan goed in te richten,
zodat de kranten spraken van 'een der best afgewerkte renbanen in Nederland'.

De baan lag op 5-kwartier afstand van de stad en was met paarden en rijtuigen goed te bereiken vanaf
de Amsterdamsche Straatweg bij Reijers-Camp, ('ongeveer 5 minuten van den straatweg'), over de verbeterde binnenweg over de heide.

De Renbaan lag ongeveer waar nu het hoofdgebouw van het Sociaal Pedagogisch Centrum 's Koonings Jaght aan de Koningsweg ligt.
Opvallend is dat weinig kaarten uit die tijd de Renbaan aangeven.
De nauwkeurige Topografisch Militaire Kaart uit 1850 vertoont geen spoor van deze Renbaan.
De gemeentekaart van Arnhem, uit de bekende Gemeente-Atlas van Gelderland, van J. Kuyper uit 1867, Uitgever Hugo Suringar-Leeuwarden,
geeft met het woord 'de Renbaan' aan waar deze heeft gelegen. De kaart van van Slooten uit 1874 geeft met 'Renbaan' dezelfde plaats aan.
Hoewel enkele dagen voor de rennen van 1847, n.l. op 8 juli door Provinciale Staten nog werd besloten om f. 300,- uit te trekken voor
de wedrennen van 1848 is er nooit meer sprake van rennen op het Papendalsche Veld geweest .

Het plotselinge overlijden van Prins Alexander op 20 februari 1848 is hieraan vermoedelijk niet vreemd.
Het zou wel 46 jaren duren eer er weer dergelijke rennen in de omgeving van Wolfheze plaats vonden, maar hierover later meer!

Op 1 oktober 1853 besluit de Raad van Arnhem om 100 bunders van het Papendalsche Veld, namelijk de Renbaan en weidegrond,
te verkopen aan Mr W. Baron van Brakell tot den Brakel, rentenier uit Arnhem voor f. 6000,-.
De baron splitste zijn bezit in verscheidene kleine kavels en verkocht in 1857 een 61,50 hektare groot gedeelte aan ene Archibald van de Poll
die het een jaar later, in 1858 weer verkocht aan Jonkheer Carel Marie Brantsen.
Hij bouwde in 1860 op het terrein de ontginningsboerderij 'De Heidepol'.
Deze boerderijen ten behoeve van de ontginningswerken verrezen langs de inmiddels enigszins verharde wegen en langs de Koningsweg waren dat
onder meer de boerderij Rijzenburg, thans tot een restaurant verbouwd, en Heiderijk.

Tot 1879 bleef deze De Heidepol in het bezit van Jhr Brantsen, doch daarna werd de boerderij en een gedeelte van de grond regelmatig verkocht,
zodat een reeks verschillende eigenaren volgden.
Op 25 november 1938 vond tenslotte de verkoop van het gebouw, bijgebouwen en erven (nu 30 hektare 50 are en 35 centiare)
plaats aan Antheunis van der Eijk, directeur van de Handelsvereniging te Amsterdam.

Toen hij voor een bedrag van f. 80,000,- de boerderij met erf had verkregen liet hij hem afbreken en een jaar later stond op dezelfde plaats
het fraaie huis in Engelse landhuisstijl met dezelfde naam te pronken.

De eerste steen werd gelegd op 7 juni 1939. Niet lang heeft de heer van der Eijk plezier van zijn bezit gehad want toen hij bij
het uitbreken van de oorlog, op 10 mei 1940, in Nederlands Indië was voor een laatste missie, werd De Heidepol gevorderd door de bezetters,
die er een stafkwartier in vestigden. Na de bevrijding werd het huis opnieuw gevorderd, ditmaal door de gemeente Arnhem,
ten behoeve van de Stichting Bijzondere Jeugdzorg. Dit hield in dat kinderen van N.S.B.-ers die opgepakt waren, daar heropgevoed werden.

Daarna stond het verwaarloosde en uitgeleefde gebouw enige tijd leeg,
tot het op 2 maart 1953 werd verkocht aan de N.V. Hotel Scheffel uit Vierhouten, die het opknapte en
in het fraaie landhuis een exclusief hotel vestigde. Er werd gezocht naar een nieuwe naam.
Een archivaris van de gemeente Arnhem kwam op het idee de naam te koppelen aan de Koningsweg en daarmee aan Stadhouder Koning Willem III.
Zo kwam de naam tot stand die wij nu kennen: " 's Koonings Jaght".

Toen de oude heer Scheffel zich terugtrok werd het hotel verkocht en wel op 1 november 1960
aan het Sociaal Paedagogisch Centrum uit Den Haag voor f. 365.000,-,
dat plannen had er een internaat voor ernstig gehandicapten op algemene grondslag te vestigen.
Langzaam kwam dit van de grond en groeide uit tot het 'Sociaal Pedagogisch Centrum 's Koonings Jaght' wat wij nu kennen.
Niets in het terrein herinnerd meer aan De Renbaan van de vorige eeuw die in 1846 en 1847 zo veel belangstelling trok.

Zo zou De Heidepol er uit gezien kunnen hebben (tekening van A. Roos in : 1961 – ’s Koonings Jaght – 1986’,